• Het bestand /etc/ha.d/haresources moeten altijd identiek zijn op alle nodes
• Enkel op de primary node kun je iets met de DRBD devices doen. Op de secondary kun je er nog net naar kijken.
• De volgorde van elementen in haresources moet logisch zijn. Degene die het eerste moet gebeuren bij een START moet bovenaan. Dus bijvoorbeeld eerst de drbd disk, dan de mount en dan pas nfs

Standaard Debian Lenny install met 4GB root partitie en een swap partitie.
Vervolgens network config en daarna standaard paketten installeren:
aptitude install openssh-server iproute vim psmisc iftop less bzip2 iptraf tcpdump screen acpid dstat

Als laatste even standaard config dingetje aanpassen zoals ssh root login etc. Tevens de debian backports repo toevoegen aan de apt sources om de laatste DRBD te kunnen gebruiken.

Om te beginnen partities aanmaken die straks met DRBD gebruikt moeten gaan worden. Hier hoeft voor de rest nog niks mee gedaan te worden, dus geen format etc.
aptitude install -t lenny-backports drbd8-utils

In backports zit wel de 8.3 versie van de utils, maar echter niet van de modules. Om dus daadwerkelijk de voordelen van de nieuwere 8.3 versie te gebruiken moeten de modules ook op die versie gebracht worden.
aptitude install -t lenny-backports drbd8-source

module-assistant
→ update
→ prepare
→ select

1. > drbd8
   
2. > get
   
3. > build (kies voor installeren)
   

→ exit
depmod -aq
modprobe drbd

De actieve module versie is terug te vinden op de bovenste regel van “/proc/drbd”.

Regel de config files. /etc/drbd.conf

Na de configuratie moeten de block devices klaar gemaakt worden voor DRBD.
Dit doe je met het commando:
drbdadm create-md resourceNaam
Dit moet je op alle nodes uitvoeren.

Daarna kan DRBD gestart worden:
/etc/init./drbd restart
Tevens wordt nu gevraagd of je mee wilt doen aan hun gebruikers onderzoek.
Als de ene node vraagt om het starten van de andere node kun je dit doen. Dit is echter niet verplicht.

Op dit moment is er geen primary node.
Dit moet je de eerste keer afdwingen met:
drbdsetup /dev/drbdX primary -o

Als het goed is begint het syncen nu en kom je in een Primary/Secondary situatie terecht.
De status van de DRBD devices kun je opvragen met
cat /proc/drbd

Ook Heartbeat halen we uit backports.
aptitude -t lenny-backports install heartbeat

Regel de config files.
config files

• /etc/ha.d/auhtkeys
• /etc/ha.d/ha.cf
• /etc/ha.d/haresources

Zowel authkeys als haresources moeten op beide host exact gelijk zijn!

Start vervolgens heartbeat op beide nodes met:
/etc/init.d/heartbeat restart

Een sleep functie voor tussen resources:
echo 'sleep $1' > /etc/heartbeat/resource.d/sleep && chmod 755 /etc/heartbeat/resource.d/sleep

Eigenlijk standaard verhaal alleen nu gebruik je een drbd devices onder LVM i.p.v. een echte harddisk.

Lekker standaard Debian installatie
aptitude install lvm2

Verander in /etc/lvm/lvm.conf de volgende regel (lenny r53):
“filter = [ “a/.*/” ]“
in
“filter = [ “a|drbd[0-9]|”, “r|.*|” ]“
Zodat LVM zich enkel met DRBD devices gaat bemoeien en niet in de war raakt met de block devices die onder DRBD liggen. Zonder deze aanpassing gaan er rare dingen gebeuren.

Dan nog eventjes LVM restarten
/etc/init.d/lvm2 restart

Onderstaande moet gebeuren op de primary node van de desbetreffende DRBD devices.

Eerst een physical volume van het DRBD block device maken
pvcreate /dev/drbdX

Vervolgens kan een volume group aangemaakt worden
vgcreate volNaam /dev/drbdX /dev/drbdY ….

Nu kun je je uitleven met het maken van logical volumes
lvcreate –name lvNaam –size xG vgNaam

Nu LVM ook dingen te doen heeft moet deze toegevoegd worden aan de resources van heartbeat. Dit kun je doen in /etc/ha.d/haresources. Voeg hiervoor de volgende regels toe net na de disk regels:

• lvm2 \
• sleep::3 \
• lvm2_activate \

De eerste regelt LVM zelf. De tweede zorgt ervoor de LVM de tijd heeft om z'n zaken in orde te maken en de laatste activeert de volumes.
Zorg hiervoor wel dat het bestand “lvm2_activate” in ”/etc/ha.d/resource.d” staat.

Lekker standaard Debian installatie
aptitude install nfs-kernel-server

Voeg onderstaande regel toe aan ”/etc/default/nfs-kernel-server”:
STATDOPTS=“-n san.snt.utwente.nl”
Dit zorgt ervoor dat bij een overname de servernaam niet veranderd en de clients zodoende eigenlijk het verschil niet merken en dus accepteren.

In “/etc/exports” geef je aan wat er daadwerkelijk met NFS geserveerd wordt.
Voorbeeld:
/mnt/dataA0/ 130.89.186.125(rw,async,no_subtree_check,no_root_squash)

Nu mag ook de NFS server door heartbeat bestuurd worden. Zet hiervoor de volgende regel in haresources:
nfs-kernel-server

Cleanup startup scripts. Heartbeat controlled services mogen eigenlijk niet door init gestart worden.